De poloheren van DWK, met op de bovenste rij vanaf links: Krijn Jongejan, Marco van Manen en Edgar de Vogt. Middelste rij van links naar rechts: Joppe van Steeg, Rick Kappers, Justin van de Bovenkamp, Johannes van Deelen, Evan van Veldhuizen, assistent-trainer Mitchell Schuiteman, Thomas van de Kraats en hoofdtrainer Herman van de Kraats. Gehurkt vanaf links: Berend Slijkhuis, Mike van ‘t Land, Stan van den Brink en Twan van de Bovenkamp.
De waterpolomannen van DWK zijn uitstekend op weg met hun huidige vierde plek in de landelijke tweede divisie. In gesprek met trainer Herman van de Kraats en speler Johannes van Deelen. ,,Natuurlijk is handhaving het doel, maar plezier is nog veel belangrijker.”
Na het kampioenschap vorig seizoen was het even de vraag of Van de Kraats door zou gaan als trainer maar na enige bedenktijd besloot hij er een nieuw seizoen aan vast te plakken. De vader van wereldkampioen Simone en DWK 1-speler Thomas had wel enige tijd nodig om wat afstand te nemen. ,,Coachen op de manier zoals ik dat wil en doe, is gewoon best intensief, ik ben aardig gedreven en wil alles graag zo veel mogelijk ‘op maat’ voorbereid hebben, onder meer in de vorm van videobeelden. Verder is het natuurlijk bijzonder om je zoon te mogen trainen en coachen. Het is mooi, kostbaar en soms ook een beetje ingewikkeld tegelijkertijd. We zijn beiden niet van de afdeling ‘een zesje is genoeg’. Thomas heeft bijvoorbeeld maar twee van de 108 trainingen vorig jaar gemist, dat zegt wel wat natuurlijk. Sowieso ben ik erg tevreden over ons team. Ik ging uiteindelijk dan ook weer met een positief gevoel het seizoen in.”
AFSTAND Even afstand nemen was voor de 57-jarige Barnevelder wel zo prettig, zo vervolgt hij. ,,Ik beweeg zelf ook heel graag en heb daarvan zeker genoten afgelopen zomer, in de vorm van zwemmen, hardlopen, wandelen en fietsen. Hartstikke leuk. Verder heb ik natuurlijk ook nog een heel leuke vrouw en wil ik af en toe naar Spanje om daar wedstrijden van Simone te bekijken. Als ik iets doe, wil ik het goed doen.”
SPANNEND Dat ging vorig seizoen dus zeker goed, getuige de behaalde titel. Het was spannend tot aan de laatste speeldag. ,,In de voorlaatste wedstrijd ging het nog niet helemaal goed, maar op één of andere manier was toen wel de druk eraf en ging het in de laatste wedstrijd, thuis, wel goed. We hadden de focus, waren compleet en deden wat we moesten doen. Daar hebben we met zijn allen een steentje aan bijgedragen.” Dit seizoen is het dus nieuwe ronde, nieuwe kansen. Met daarbij als aanvullende krachten assistent-coach Mitchell Schuiteman en routinier Edgar de Vogt die met zijn routine en coachende kwaliteiten duidelijk meerwaarde geeft aan het team, aldus Van de Kraats. ,,Hij brengt natuurlijk ervaring met zich mee, hij spiegelt mij, ik hem én hij kent het spelletje; echt heel prettig dat hij erbij is gekomen. Evenals dat het heel fijn is dat Mitchell erbij is, ‘helemaal tof’ is dat. Het is een leuke mix aan spelers en uit kwetsbaarheid wordt er geleerd een betere waterpolo-speler te worden. De individuele groei moet daarbij leiden tot ontwikkeling van het team als geheel.”
Daarbij wordt er als gezegd ook gebruik gemaakt van wedstrijd videobeelden. ,,Erg nuttig is dat, daarnaast maken we nu ook onderwater opnamen in de training. Heel belangrijk, hoe is de stand van de voet, de stand van de enkel, de stand van de knie, noem maar op. Om tactisch goed te kunnen zijn, moet techniek/uitgangshouding en fitheid eerst goed op orde zijn. Ik ben sowieso ook zeer te spreken over de eigen verantwoordelijkheid en de intrinsieke motivatie van de jongens.” Wat zijn daarbij tot slot de ambities? ,,We moeten proberen een ‘betere wij’ te worden, met daarbij plezier als belangrijkste leidraad. Handhaving moet daarbij het doel zijn, maar ik weet verder de belangrijkste kwaliteiten van de tegenstanders niet. We zullen dus moeten afwachten. De start is in elk geval goed geweest.” Daarbij is midvoor Johannes van Deelen ook van niet te onderschatten belang. De coach komt met een korte profielschets. ,,Johannes is een oersterke kerel die niet altijd weet wat hij wel en niet kan én wat hij betekent voor het team. Hij is een van de ouderen en is gespierd tot op zijn tenen.” Grappend: ,,Hij zou wat minder vaak in de sportschool moeten zitten. Nee, Johannes is echt een gouden kerel met veel kwaliteit.”
Van Deelen op zijn beurt. ,,Haha, ja, ik herken me wel in zijn woorden hoor. Ik ben de afgelopen jaren dan ook wel aangekomen, zo’n twintig kilo wel in totaal.” Alleen spieren zeker? ,,Niet alleen, maar wel het meeste, dat zeker. Ach ja, als midvoor moet je je mannetje staan toch? Wel kan ik wel wat flexibeler worden, daar werk ik ook aan.”
UITSTEKEND Over naar de resultaten in de nu lopende competitie. Die mogen uitstekend worden genoemd, gezien het feit dat er op een hoger niveau wordt geacteerd dan het vorige seizoen. De formatie van trainer Herman van de Kraats staat met negen punten uit vier duels op een vierde plek. ,,Dat is beter dan verwacht”, zo meent de aanvaller. ,,Waar dit gaat eindigen, weet ik nu natuurlijk nog niet, maar zeker is wel dat we ervoor moeten blijven gaan om rond deze positie te eindigen aan het eind van het seizoen.”
Hij komt op verzoek van de verslaggever met een verklaring voor de positieve prestaties. ,,Dit team is de laatste jaren steeds beter op elkaar ingespeeld. Daar is de trainer ook een belangrijke factor in. Hij haalt de kwaliteiten van elke individuele speler naar boven waardoor het team ook beter wordt. We hebben nu eenmaal een jong team met potentie en zijn met zijn allen heel leergierig.” Over jong gesproken, Van Deelen was er zelf vroeg bij. ,,Vanaf mijn negende speel ik al polo en op mijn veertiende maakte ik al mijn debuut in het eerste, terwijl dat zo rond mijn vijftiende/zestiende een vaste plek werd; nu ben ik 27 en heb ik er nog altijd plezier in. Het is echt ‘mijn’ sport.” De in Kootwijkerbroek geboren, in Amersfoort woonachtige spierbonk peinst er niet over om DWK te verlaten. ,,Ik blijf lekker hier ja, ook al heb je in Amersfoort ook een waterpoloclub. Nee, DWK 1 is namelijk ook echt een vriendengroep; we hebben heel veel voor elkaar over en werken keihard.”
GOED TE DOEN De combinatie met zijn zware baan in het gevangeniswezen is ook goed te doen in zijn ogen. ,,Ik heb eerst zes jaar lang in Nieuwegein gewerkt, nu werk ik voor mezelf, vooral in de gevangenis van Zeist. Ik vind het heerlijk eigen baas te zijn; dit geeft me ook nog eens de mogelijkheid om lekker drie keer in de week te trainen.” En hoe ziet hij de nabije, sportieve toekomst? ,,Laten we eerst zaterdag (vanavond, JJ) winnen van Twente. Dat wordt al uitdagend en zwaar genoeg, zij hebben hetzelfde aantal punten. Voor de rest moeten we gewoon streven naar een plek bij de eerste vier, vijf. Daar gaan we hard aan werken.”